Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Recensie 'Wraparound care in de jeugdzorg'

'Wraparound care in de jeugdzorg & implementatie van Intensieve Pedagogische Thuishulp' door Jo Hermanns, Andrea Klap, Karin Smit & Antoon Zwart | Amsterdam, Uitgeverij SWP 2012 | ISBN 9789088502453 | 118 pagina's | Recensie door Gé Haans

 
 In gewoon Nederlands zou ‘wraparound care’ omschreven kunnen worden als een vorm van (jeugd)zorg die de cliënt, in dit geval het gezin, centraal stelt. De hulpverlener staat naast de cliënt en de hulp wordt gestart in de thuissituatie. Uitgangspunt van de hulpverlening is het begrip 'empowerment': voortborduren op de aanwezige positieve krachten in het gezinssysteem, streven naar herstel van de zelfregulatie van het systeem en naar herstel van het gewone leven. De ouder- of gezinsbegeleider stelt zich niet op als de exclusieve deskundige, maar erkent de ervaringsdeskundigheid van de ouders. De na te streven doelen van de hulpverlening worden samen met de gezinsleden opgesteld, en de werkwijze is volstrekt transparant. In het voorwoord van het hier besproken boek, waarin medewerkers van een Zeeuwse instelling voor jeugdzorg aan het woord komen, wordt gesuggereerd dat het gaat om ‘een compleet andere visie op de hulpverlening aan gezinnen’. Die conclusie komt mij pretentieus over. Mogelijk heeft de oplossingsgerichte en op empowerment gebaseerde visie die de Nederlandse jeugdzorg het afgelopen decennium heeft overspoeld, Zeeland als laatste provincie bereikt, maar in die zin is dit boek niet revolutionair. Eind jaren tachtig van de vorige eeuw provoceerde de Nijmeegse hoogleraar Juliaan van Acker met zijn gezinsproject de jeugdzorg al met uitspraken als ‘alle tehuizen sluiten en de vrijkomende middelen en mensen inzetten in de ambulante begeleiding van gezinnen met ernstige opvoedingsproblemen’. Van Acker stond met zijn publicaties aan de wieg van wat de 'ambulantisering' van de Nederlandse jeugdzorg wordt genoemd. Met zijn in 2006 gepubliceerde boek ‘Het gezin centraal, handboek voor ambulante hulpverleners’, introduceerde Arjan Bolt een visie en theorie voor ambulante gezinsbegeleiders. Deze is gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als wraparound care: systeem- en oplossingsgericht.   
De door Bolt ontwikkelde methodiek ‘gezin centraal’ kent dan ook dezelfde doelstelling als wraparound care: gezinnen hebben en houden de regie over hun leven.

Wat het lezen van deze publicatie de moeite waard maakt, is de beschrijving van het implementatieproces binnen de Zeeuwse jeugdzorgaanbieder Juvent. Drie medewerkers beschrijven hoe het op wraparound care gebaseerde stelsel van intensieve pedagogische thuishulp (IPT) binnen de verschillende afdelingen van Juvent is geïmplementeerd en welke problemen men daarbij ondervond, ook in de samenwerking met belangrijke partners in de zorg zoals Bureau Jeugdzorg (BJZ).

Juvent baseert zich qua uitgangspunten op het visiedocument dat hoogleraar opvoedkunde 
Jo Hermanns over wraparound care schreef. Nederland staat in Europa nog altijd aan de top wat het aantal residentiële plaatsingen betreft. Veel kinderen zitten in ons land bovendien ’gesloten’. Marginalisatie en het negatieve effect van het bij elkaar plaatsen van probleemkinderen dreigen de behandelingseffecten te overschaduwen. Hermanns pleit voor intensieve ambulante gezinsondersteuning door één en dezelfde hulpverlener, gebaseerd op een samen met het gezin opgesteld plan. Blijkt na verloop van een half jaar tot een jaar dat er geen of te weinig vooruitgang wordt geboekt, dan zou de voorkeur moeten uitgaan naar een langdurige op permanentie gerichte pleeggezinplaatsing, bij voorkeur binnen het eigen netwerk. 
Hermanns introduceert het bloemmodel, waarbij het hart van de bloem gevormd wordt door de intensieve pedagogische thuishulp. De bloemblaadjes staan voor specialistische functies, zoals diagnostiek en verblijfs-GGZ hulp. Deze functies kunnen door de IPT-er worden ingeschakeld wanneer specifieke hulp voor het gezin noodzakelijk is.

Andrea Klap schetst in het tweede hoofdstuk het IPT-implementatietraject. In 2006 werd met financiële steun van de provincie Zeeland IPT binnen Juvent geïntroduceerd. Bij de start werden een aantal concrete doelen geformuleerd. De wachttijd voor IPT zou verkort worden, er zou een verschuiving plaatsvinden van 'verblijf' naar 'ambulant' en er zou gewerkt worden met één hulpverlener op basis van een gezamenlijk plan. Uit onderzoek van Bureau van Montfoort in 2009 en 2010 bleek dat de meeste doelen behaald waren, zij het een aantal slechts gedeeltelijk. Zo is de gemiddelde starttijd van een IPT-traject gemiddeld negen in plaats van de beoogde vijf weken. De introductie van IPT binnen Juvent verliep niet zonder slag of stoot. Met BJZ ontstond discussie over de regiefunctie. IPT-ers werden binnen de organisatie gezien als bevoorrechte paradepaardjes. Dit leidde tot gevoelens van diskwalificatie bij overige (met name de pedagogisch) medewerkers. Ook de samenwerking tussen de IPT-ers en collega’s van de afdeling pleegzorg verliep aanvankelijk stroef.

Karin Smit en Antoon Zwart beschrijven de gevolgen van de introductie van IPT voor respectievelijk de dagbehandeling, de naschoolse dagbehandeling (Boddaert), de residentiële behandeling en de doelgroep licht verstandelijk gehandicapten (LVG). De beschrijvingen laten veel overeenkomsten zien: inzet van IPT heeft met zich meegebracht dat ouders meer in beeld zijn gekomen en de behandelingsduur is verkort, ondanks de instroom van een in verhouding zwaardere doelgroep. Aanvankelijk waren er nogal wat fricties tussen de IPT-ers en de pedagogisch medewerkers waar het de veiligheid van de kinderen in de gezinnen betrof. Het perspectief van de IPT-er lag verhoudingsgewijs dichter bij de ouder, dat van de pedagogisch medewerker dichter bij het kind. Specifiek voor de groep licht verstandelijk gehandicapte en zwakbegaafde kinderen gold, dat er verhoudingsgewijs meer tijd nodig was voor zowel besluitvorming als ondersteuning. De afdeling pleegzorg van Juvent constateert dat door de komst van IPT ouders meer partij zijn geworden in het pleegzorgproces. Ook hier deden zich fricties voor, waarbij de IPT-er zich meer naast de ouder en de pleegzorgwerker zich meer naast de pleegouder positioneerde. Terugblikkend op het implementatieproces concluderen de auteurs dat dit binnen Juvent succesvol is verlopen, en dat met name de basishouding van de betrokken medewerkers daarbij doorslaggevend is geweest.

'Wraparound care in de jeugdzorg' is inhoudelijk geen vernieuwend boek, maar wie op zoek is naar ervaringskennis op het gebied van ambulantisering van de (jeugd)zorg, kan er zeker zijn voordeel mee doen.

Gé Haans 

 

Boekgegevens: Wraparound care in de jeugdzorg 
& implementatie van Intensieve Pedagogische Thuishulp

Jo Hermanns, Andrea Klap, Karin Smit, Antoon Zwart
SWP 2012
ISBN 978 90 8850 2453
118 pagina's
€16,90