De muur van stilte
Verbroken contact tussen ouder en kind
De overheid hoopt met een appel op de mantelzorger uit het familienetwerk de zorgkosten binnen de perken te houden. In de praktijk blijkt die mantelzorg juist bij te dragen aan conflicten binnen families – en bij een breuk tussen ouders en kinderen is mantelzorg al helemaal een illusie. In haar boek ‘Verbroken contact tussen ouder en kind’ beschrijft ervaringsdeskundige Anita Drost op basis van interviews met ouders én kinderen de belangrijkste aspecten en processen van zo’n breuk.
Het succes van de participatiemaatschappij staat of valt met de solidariteit tussen generaties bloedverwanten. De Volkskrant signaleerde in een artikel op 6 februari 2016 dat familierelaties vaak zo slecht zijn dat mantelzorg door familie een utopie is en dat de verwachtingen van de overheid in dit opzicht te hoog gespannen zijn. In zeven procent van de gevallen, zo vermeldt het artikel, zijn die familiebetrekkingen zo slecht dat kinderen sowieso niet voor hun ouders willen zorgen. Nog eens 45 procent van de respondenten zegt dat zij door tijdgebrek en/of reisafstand de benodigde mantelzorg niet kunnen bieden.
Kiezen voor een breuk
Bij een breuk tussen ouders en kinderen is mantelzorg al helemaal een illusie. Het is een complex en moeilijk bespreekbaar onderwerp dat zich al snel vermengt met verdriet en boosheid (en een dankbaar onderwerp is voor emotie-tv). Het is immers ongewoon en pijnlijk dat mensen die van nature innig met elkaar verbonden zijn, kiezen voor een breuk. Dat past niet bij het beeld van een gezin. Breuken tussen ouders en kinderen triggeren oordelen over goed ouderschap en voelen heftiger dan de breuk tussen partners, tussen broers en zussen of tussen vrienden. De Hongaarse gezinstherapeut Boszormenyi-Nagy, grondlegger van de contextuele therapie, kwalificeert de ouder-kindrelatie niet voor niets als een verticale (zijns)relatie, onvoorwaardelijk en onverbrekelijk.
Weinig cijfers
Vreemd genoeg zijn er in Nederland nauwelijks onderzoeksgegevens beschikbaar die dergelijke breuken en verstoorde familierelaties kwantificeren. Dat signaleert ook Lia van Doorn, lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening aan de Hogeschool Utrecht in de inleiding van het boek Verbroken contact tussen ouder en kind, geschreven door Anita Drost, die ervaringsdeskundige is op dit gebied. De weinige cijfers zijn voornamelijk afkomstig uit de Nederlandse Kinship Panel Study, een langlopend onderzoek naar familiebanden in Nederland. Volgens de NKPS-studies uit 2010 en 2014 is er bij acht procent van de ouder-kindrelaties sprake van conflictueus contact. Van de ondervraagde ouders had 2,35 procent al twaalf maanden geen contact met een biologisch uitwonend kind van achttien jaar of ouder. Vaders scoorden daarbij hoger (4,36 procent) dan moeders (0,98 procent). Cijfers uit 2014, geproduceerd door het netwerk van notarissen, suggereren dat een op de vijf Nederlanders te maken zouden hebben met een breuk in het contact met kinderen en/of kleinkinderen.
Interviews
In vijf delen en vijftien hoofdstukken beschrijft Anita Drost op basis van interviews met ouders én kinderen de belangrijkste aspecten en processen die aan een breuk tussen ouders en kinderen kleven. Deel een beschrijft de periode die aan een breuk voorafgaat, de zichtbare en onzichtbare barsten in de relatie en waardoor het conflict escaleerde. In deel twee staat de breuk zelf centraal. Is het een vlucht of een keuze, naast het proces van rouw en mogelijk herstel. Deel drie gaat in op breuk-veroorzakende factoren bij ouder en kind en de intergenerationele gevolgen van de breuk. Deel vier behandelt de betekenis van kleinkinderen van broers en zussen en het wel of niet partijtrekken. In het vijfde en laatste deel staan de verslagen van de elf interviews en tips voor professionals en lotgenoten. Fragmenten uit de interviews worden gebruikt om de verschillende thema’s die het boek behandelt te verhelderen en te concretiseren.
(On)zichtbare barsten
Aan een breuk tussen ouders en kinderen, of ‘de muur van stilte’ zoals de auteur de breuk noemt, gaat doorgaans een hele geschiedenis vooraf. De geïnterviewde kinderen zeggen dat het vaak een kwestie was van aanpassen of rebelleren, het balanceren tussen autonomie en verbondenheid. Het komt nogal eens voor dat de verlatene de beweegreden van de breuk niet kent. Niet zelden botsen de perspectieven, schuiven de verschillende waarheden niet naadloos in elkaar. Zowel zichtbare barsten (verslaving, verstandelijke beperking, scheiding, psychiatrische problematiek) als onzichtbare (emotionele afstand, gedrag, onveiligheid, et cetera) spelen een rol bij het ontstaan van een breuk. Vechtscheidingen blijken een belangrijke oorzaak bij het ontstaan van een breuk. Van de volwassen geworden scheidingskinderen ziet 26 procent hun vader nooit. In niet-scheidingsgezinnen is dat percentage beduidend lager: drie procent. Bekend in dit verband is het Parental Alienation Syndrom. Breuken kennen vaak een generatie-overstijgend patroon. De wortels van een dergelijke breuk liggen dan in de voorgaande generaties. Ouder-kind-conflicten escaleren vaak door toedoen of partijdigheid van derden.
Erkenning
Hoewel er geen bewijzen zijn dat het aantal breuken in ouder-kindrelaties toeneemt, lijkt het anno 2016 meer dan voorheen geaccepteerd om een relatie te beëindigen. Dat is nog het best af te lezen aan het nog steeds stijgende scheidingspercentage. Het forceren van een breuk in de ouder-kindrelatie wordt weleens vergeleken met een suïcidepoging. Een breuk is dan een alternatief voor een poging uit het leven te stappen. Vaak is de breuk een teken van zelfrespect (niet meer gekwetst willen worden) of een vorm van rebellie (de ander willen straffen). Ruimte voor rouw ontbreekt nogal eens, maar de loyaliteit en het verlangen naar ouderlijke nabijheid en erkenning blijft. Verschillende copingstrategieën blijken een rol te spelen bij de verwerking van de breuk: steun zoeken, vermijden of niks doen. Begrip en erkenning kunnen geven spelen een belangrijke rol bij de mogelijkheid tot contactherstel en pogingen tot verzoening. Pas wanneer er erkenning is dat de ander er mag zijn zoals hij is, kan de wrok worden losgelaten, aldus de auteur. Dat vergt dan wel de bereidheid om het eigen aandeel in het conflict te zien. Soms moet daarbij het mechanisme van de roulerende rekening worden ontward: ouders die tot het inzicht worden gebracht dat ze hun kind mishandelen of tekortdoen omdat ze als kind ook zo behandeld zijn. In tegenstelling tot hoe het gezegde luidt, heelt de tijd niet alle wonden. Met het verstrijken van de tijd blijkt de bereidheid om het contact te herstellen zelfs af te nemen.
Context
Kleinkinderen fungeren soms als breekijzer in pogingen om het contact te herstellen. Daarnaast raakt een breuk tussen ouder en kind ook de contacten met de andere kinderen uit een gezin. Partij kiezen is in een aantal gevallen onvermijdelijk. Familiefeesten maken de onderlinge verhoudingen pijnlijk zichtbaar, zoals ziekte en dood de momenten zijn waarop verzoening nog een kans krijgt. De auteur eindigt haar boek met elf interviewverhalen en met tips voor hulpverleners en lotgenoten. Zo is het volgens haar belangrijk dat de hulpverlener zijn eigen referentiekader goed kent. In onze cultuur komt de sympathie al snel te liggen bij het slachtoffer: de verlatene. Het is immers not done te breken met je ouders. Maar de hulpverlener dient de breuk in een context te kunnen lezen. Herstel van contact moet je, volgens Drost, niet per definitie als uitgangspunt nemen. Lotgenoten geeft zij ten slotte nog de volgende boodschap mee: Verbreed je scope, je bent meer dan een verlatene. Doorbreek de eenzaamheid en zoek vooral steun bij een goede therapeut. Naar het volwassen kind: ken je wortels, je familiegeschiedenis, volg je intuïtie, stop met zoeken naar erkenning, houd een lijntje met de ouder en oefen met andere vormen van omgang. Naar de ouder: mijd verwijten, vraag niet wat je verkeerd hebt gedaan, respecteer de behoefte van je kind!
Taai en beladen thema
Anita Drost, van huis uit logopedist en nu actief als tekstschrijver, is er goed in geslaagd de belangrijkste factoren en processen die een breuk tussen ouder en kind markeren in dit boek te beschrijven. Geen gemakkelijke opgave bij een complex, taai en beladen thema als de verbroken relatie tussen een ouder en zijn kind. Dat is een pluspunt, maar er zijn ook minpunten. Die betreffen voornamelijk de lay-out. Zo is de indeling in delen en hoofdstukken verwarrend, de bladspiegel smal en de tekst monotoon doordat de vele interviewfragmenten in hetzelfde lettertype zijn weergegeven als de overige teksten. Inhoudelijk mis ik het effect van geforceerde breuken in geval van een gedwongen pleeggezinplaatsing of contactverboden. De betekenis van een breuk bezien vanuit het perspectief van de ouder blijft bovendien wat onderbelicht en datzelfde geldt voor de tips aan professionals. Maar goed, dat mag je Drost eigenlijk ook weer niet kwalijk nemen. Ze is immers geen familietherapeut.
Gerecenseerd door: Gé Haans (gepensioneerd) Pedagoog, docent, expert jeugd- en pleegzorg.
Meer lezen?
Geïnteresseerd in Ouderschapskennis? Neem dan nu een abonnement!