Al in juni 2008 tijdens de landelijke tienermoederconferentie: ‘Een eigen plek, aan aparte aanpak’, hield Martine Delfos een warm pleidooi voor een betere bejegening van jonge ouders. Hulpverleners geven aan dat het soms moeilijk is om jonge ouders te bereiken. Ze komen afspraken niet na of reageren niet op een uitnodiging voor een gesprek, zijn veel gehoorde klachten. Delfos stelt in haar boek dat dat geen gebrek aan motivatie is, maar dat de hulp niet goed is afgestemd op de behoefte van de ouders. De bejegening van hulpverleners sluit niet altijd aan bij de belevingswereld van de jongere. Ouderschapsbegeleiding aan deze groep vraagt specifieke kennis, waarbij specifieke bejegening cruciaal is.
Martine Delfos is biopsycholoog. Zij is werkzaam als wetenschappelijk onderzoeker, als therapeut, als docent en als schrijfster. Delfos heeft veel publicaties op haar naam staan voor beroepskrachten maar ook voor kinderen en jongeren zelf. Dit boek is bedoeld voor beroepskrachten. Belangrijkste boodschap is zeer jonge ouders te respecteren en met de hulpverlening bij hun behoeften situatie aan te sluiten.
In Nederland is het aantal tienerzwangerschappen zeer laag. Bij autochtone, Turkse en Marokkaanse groepen zijn er nog maar weinig jongeren die bewust kiezen voor een kind op jonge leeftijd. Ook raken steeds minder meisjes onverwacht en ongewenst zwanger. Volgens Delfos komt dit door de succesvolle voorlichting over anticonceptie, maar ook door de aandacht die erop gevestigd blijft. Alleen bij Surinaamse en Antilliaanse meisjes nam het aantal ongewenste zwangerschappen licht toe.
Sinds eind jaren zeventig is de hulpverlening aan jonge ouders verschoven van begeleiding naar ondersteuning. Delfos laat aan de hand van het model van de effectiviteit van de therapie (Lambert en Bergin, 1994) zien dat hulp effectiever wordt naarmate er meer aandacht is voor bejegening van de jonge ouder door de hulpverlener. De methodiek van de begeleiding draagt maar voor 15% bij aan de effectiviteit. Bejegening is dus een belangrijk instrument om de hulp effectiever te maken: "Dat een respectvolle en vriendelijke benadering betekent dat we de cliënt serieus nemen en de verantwoordelijkheid voor de behandeling niet uitsluitend aan onszelf toeschrijven. De behandeling moet een gezamenlijke onderneming zijn, waarbij ieder haar of zijn deskundigheid inbrengt en eigen verantwoordelijkheid neemt."
In het boek presenteert Delfos de wetenschappelijke kennis op het gebied van zeer jonge ouders. Zij laat zien welke veranderingsproces de puber door moet maken om de ouderrol op zich te nemen. Vervolgens gaat zij in op de specifieke kenmerken van de communicatie met adolescenten, hoe zet je hun hersens op "aan" en kan je met hen in gesprek gaan via de Socratische methode. In een apart hoofdstuk gaat zij nogmaals in op het belang van bejegening voor de empowerment van de jonge ouder. Delfos beschrijft een aantal methoden die geschikt zijn voor deze doelgroep, zoals vraag- en oplossingsgericht werken, Eigen Kracht conferenties en het achtfasen model van de FIOM. Het boek bevat een uitgebreide literatuurlijst en interessante verwijzingen naar relevante websites, hulpverlening van de FIOM en beeldmateriaal over jong ouderschap.
Er is nog maar weinig materiaal over de begeleiding van jonge ouders. Dit boek is makkelijk leesbaar, geeft een overzicht van belangrijke wetenschappelijke inzichten en biedt praktische tips om jonge ouders effectief te benaderen. Het stimuleert hulpverleners na te denken over hun eigen rol, met open blik en zonder vooroordelen naar jonge ouders te kijken. Daarbij heeft Delfos ook oog voor sekseverschillen: in afzonderlijke hoofdstukken beschrijft zij wat belangrijk is in de bejegening van zeer jonge moeders en vaders.
Toch inspireert het boek mij minder dan ik van Delfos verwacht had. Ik ken haar als gepassioneerde spreekster die in haar inleidingen en workshops toehoorders meeneemt in haar verhaal. Ze kan mensen met haar visie inspireren. Die kwaliteit komt in dit boek minder naar voren en het lijkt of het wat haastig geschreven is.
Maar het haar boek heeft zeker meerwaarde. Als beroepskrachten Delfos’ boodschap ter harte nemen zal de hulpverlening effectiever worden en voelen jonge ouders zich beter gesteund. Een aanrader dus voor uitvoerders / hulpverleners en gedragsdeskundigen die jonge ouders (gaan) begeleiden.
Fietje Schelling,
adviseur Jeugd, JSO
*onder andere over gespreksvoering met kinderen (Luister je wel naar míj?! Gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar) en verschillen tussen mannen en vrouwen (De schoonheid van het verschil. Waarom mannen en vrouwen verschillend zijn én hetzelfde).