Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Hulp, buffer of omstandigheid

Kent u dat gevoel? Midden op een tennisbaan staan, terwijl de ballen je van alle kanten om de oren vliegen. En dan ook nog van jezelf verwachten dat je elke bal terugslaat.

Het vereist enig toelichting hoe ik op die tennisbaan terechtkwam. Ik weet niet of dat was door een specifieke eigenschap van mijzelf of door een hinderlijk trekje dat veel hulpverleners siert. Is dat het laatste het geval dan krijg ik van u misschien meer begrip.

Ik kan moeilijk ' nee'  zeggen tegen ouders die bellen met de mededeling dat hun kind nu toch echt direct hulp nodig heeft. Soms komt dat door hun schrijnende verhalen, soms door de directe nood die ik zelf bespeur bij het kind. Ik zeg niet alleen moeilijk ' nee' , maar ik geef ouders misschien ook het gevoel dat ik eigenlijk op hun hulpvraag zit te wachten. Als ze eenmaal een afspraak hebben lijkt het erop dat ik er alleen voor hen ben. Ik reageer snel op mails, in mijn praktijk zien ze zelden andere clienten komen of gaan en er is nooit telefoon te horen. Logisch dat ouders geloven dat alles om hen draait.

Onvermijdelijk schept dit verachtingen bij ouders. Het onderzoek van hun kind zal dan wel binnen een week klaar zijn. Een schoolbezoek kan wel in enkele dagen worden geregeld en in geval van vermeende crisis sta ik binnen enkele uren voor hen klaar. Deze houding van ouders roept bij mij een geweldige irritatie op, ook al ben ik de veroorzaker van dit probleem. Niet erg professioneel, maar ik heb ook wel eens behoefte aan begrip.

De vragen en eisen die ouders op mij afvuren voelen als de vele harde ballen op de tennisbaan. Ik kan ze natuurlijk nooit allemaal terugslaan. De ballen die je raken doen goed pijn. Stress noemen ze dat en dat is slecht voor mijn gezondheid.

Ik moet wat onverschilliger worden voor leed van anderen. Na zoveel jaar werkervaring zou dat toch wel eens moeten lukken. Of nog beter; ik moet gewoon vaker ' nee' zeggen. Morgen begin ik daarmee. Vandaag moet ik eerst dit stukje afschrijven want ik had 'ja'  gezegd op de vraag of dat voor morgen af kon zijn.

Bert Krapels