Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Doei! – Alice.

‘Doei!- Alice’ stond onder de laatste mail die ik kreeg van Alice van der Pas, auteur van het 10-delig Handboek Methodische Ouderbegeleiding en oprichter van het vakblad Ouderschapskennis. Haar mails bestonden altijd uit korte, krachtige, doorgaans heel geestige zinnen waarin zij onomwonden en zelfs meedogenloos haar mening uiteenzette. Vaak in hoofdletters om iets te bekrachtigen, en soms, als ze het echt belangrijk vond gewoon drie keer onder elkaar:

 

Buffers zijn er om te DOEN – niet om over te praten.

Buffers zijn er om te DOEN – niet om over te praten.

Buffers zijn er om te DOEN – niet om over te praten.

DUS:… niet over kletsen, maar DOEN!

 

En dan volgde antwoord op mijn vragen, uitleg, kleine theorie-lesjes en haar overpeinzingen daarbij waar zij dan weer graag een reactie op wilde.  Zalig. Wat genoot ik van deze mails.

Nooit gedacht dat dit de laatste ‘Doei-Alice’ zou zijn.  Op zondag 30 juli j.l. ‘kneep ze ertussenuit’ zoals zij het zelf vast zou hebben gezegd.

Totaal onverwacht, al is dat misschien naïef om te denken over iemand die toch al 83 jaar achter de rug had, want bij Alice kon je je gewoon niet voorstellen dat het ooit ook voor haar tijd zou zijn. Een paar weken geleden nog was ik bij haar thuis. We hebben gediscussieerd en samen zo aan iets zitten slijpen iets zitten, dat de vlammen ervan afspatten.  Zo vitaal, alsof ze nog maar 40 was. ‘Die gaat voorlopig nog wel mee’, dacht ik nog….

In haar ouderschapstheorie beschreef Alice van der Pas op ongekende, zeer doordachte wijze de psychologie van ouderschap. . Ze gaf de ‘Ouderbegeleidende positie’ als handvat aan professionals om de verbinding met ouders te (her)vinden als het lastig wordt, om steeds naast de ouder te blijven staan. Dit is, zo betoogzij, een voorwaarde om ouders respectvol en integer te kunnen begeleiden en ondersteunen bij hun zware taak als opvoeder van een kind.

Met haar heldere, inzichtgevende denkschema waarin zij de ‘Buffers’ als sleutelfactoren  omschreef ontwikkelde zij een krachtig instrument voor de begeleiding en ondersteuning van ouders.  Als de buffers hun werk doen, zorgt dat ervoor of een ouder zich wel of niet onder zware omstandigheden staande weet te houden op de ‘ouderlijke werkvloer’.

Het gedachtegoed van Alice van der Pas heeft een heel belangrijke en bepalende wending in mijn leven gegeven. Zowel persoonlijk als professioneel.  Als jonge stiefmoeder lag ik, ruim 20 jaar geleden, flink met mijzelf in de knoop. Ik voelde mij ‘fout’, een slecht mens. Geen boek uit de bibliotheek gaf enige verlichting. Daar viel toentertijd alleen maar te lezen hoe zuur lastige stiefkinderen het leven van een welwillende stiefmoeder kunnen maken. Niets over stiefmoeders die worstelden met weerstand, irritatie, jaloezie en ongemak en met de gevoelens van schuld en schaamte daarover. Niets over de ingewikkelde dynamieken binnen het nieuw-samengestelde gezinssysteem, de oeverloze ruzies met een complexe ex en de scheve ogen van de schoonfamilie.

Wat was het toen een verademing om in aanraking te komen met de  ‘ontschuldigende’ ouderschapstheorie van Alice van der Pas! Ik werd abonnee van het vakblad ‘Ouderschapskennis’ en het eerste themanummer dat bij mij op de mat viel ging over Nieuw-Samengestelde gezinnen. Ik verslond de artikelen. Wat een opluchting; ik bleek een heel normale stiefmoeder met heel normale stief-ouderlijke gevoelens. Herkenning en erkenning: De druk kon van mijn ketel en daarmee die van het hele gezin.

‘Hoe kan het dat dit enorm waardevolle, belangrijke gedachtegoed bestaat en dat ik er nog NOOIT van had gehoord?’, vroeg ik mij af als professional. Hoe kan het dat van al die professionals wordt verwacht dat ze met ouders kunnen werken zonder dat er ooit les wordt gegeven over wat ouderschap eigenlijk behelst. Werken met ouders is niet eenvoudig. voor je het weet sta je tegenover elkaar. Er altijd een kind is in het spel waarmee je je direct identificeert. Zie dan maar eens tot samenwerking te komen. Zonder kennis van ouderschap sta je als professional met lege handen. Ik besloot mij te specialiseren in ouderschapstheorie, vulde dat aan met kennis over communicatietheorie en onderliggende dynamieken. Daarna trok ik als trainer, docent en coach het land in om teams van professionals te voorzien van dit gedachtegoed en om als een missionaris op congressen de theorie aan de man te brengen. Dat de theorie keer op keer met open armen wordt ontvangen zegt alles over de noodzaak en bruikbaarheid ervan.

En nu is ze overleden. ’In het harnas gestorven' schreef een van de mede-auteurs van de nieuwe bundel over de derde Buffer die Alice nog driftig aan het redigeren was. De vierde bundel lag beslist nog in haar planning en er lagen vast en zeker nog talloze thema’s op de plank om door haar te worden beschreven .

Ik zal haar missen, dat pittige mensje met een karakter waar je geen ruzie mee moest krijgen. Ze leerde mij schrijven: ‘Veel schrappen en geen tuttige taal!’. Ze hield me als een leeuwin met haar jongen bij de les. Meedogenloos kritisch, soms offensief, over een woord of zinsnede, en blij, dankbaar en enthousiast over het eindresultaat en alle ontwikkelingen die ik met haar deelde. Ik hield van haar toon. Zo dwong zij mij het beste uit mijzelf te halen. 

Met diep respect en grote dankbaarheid neem ik afscheid van haar met de belofte haar levenswerk verder uit te dragen.

 

José Koster, trainer bij Logavak, columniste bij Sozio.